Het spel “Het geheime labyrint” speel je in een raster met 16 velden (4×4). Je kunt de velden met stoepkrijt tekenen of plakken met tape. Ook leuk is om de velden te maken met fietsbanden. Dan is het spel wel minder makkelijk voor spelers met een rolstoel/rollator.
Uitleg van het spel.
Eén speler is de spelleider. Deze speler tekent op een stukje papier een route over de 16 velden.
De route begint altijd op één van de eerste 4 velden. De route kan alleen naar links/rechts, voor/achter. Een veld dat al is gebruikt mag niet nog een keer gebruikt worden. Diagonaal mag niet. De route eindigt met de uitgang vanuit één van de velden van de laatste rij.
De spelers stellen zich op bij het veld. De eerste speler stapt het veld in. De spelleider geeft aan of het goed/niet goed is. Is het goed dan mag de speler de volgende stap zetten, net zo lang tot de speler een “niet goed” te horen krijgt. De speler loopt dan via de gevonden route terug. De volgende speler is aan de beurt. Die volgt de route die al bekend is en zoekt de volgende stap. De anderen helpen de nieuwe speler. En zo komt iedereen aan de beurt tot de route gevonden is. Het is leuk om dan met de hele groep de route even te doen.
Daarna mag iemand anders spelleider zijn en een route bedenken.
Bovenstaande regels kun je aan het begin gebruiken, daarna kan de groep ze natuurlijk gewoon aanpassen. Je kunt het veld groter maken, een andere vorm geven, diagonaal wel toestaan, niet praten etc.